Goeroe’s en de historie van citymarketing – en branding

Wantrouw alle goeroe’s, stel voldoende onderliggende vragen, zorg voor informele invloed en terminologie is belangrijk. Een aantal van de belangrijkste tips die naar boven kwamen tijdens de bijeenkomst De basis van marketing & branding van steden & regio’s op 15 april. Martin Boisen en een panel van vakgenoten namen de aanwezigen in een flink tempo mee in hun inzichten over het vakgebied.

 

Ondanks een lentestorm en code geel zit de ruimte op de 21e verdieping van het Utrechtse Stadskantoor tijdens de bijeenkomst vol. Martin Boisen, For the love of Place, neemt de zaal mee in het ontstaan van het vakgebied citymarketing en -branding. Dit illustreert hij met foto’s van ooit florerende en nu uitgestorven Britse strandoorden, en rokende schoorstenen die de steden waar ze stonden vroeger een positief imago bezorgden. Ons vakgebied mag dan relatief jong zijn – toevalligerwijs ongeveer net zo oud als Boisen (42) zelf – maar de vraagstukken waar we ons over buigen zijn al zo oud als de eerste steden. En, moet de 42-jarige expert erkennen, zo jong zijn we inmiddels ook niet meer. We kunnen ons niet meer verschuilen achter kinderschoenen.

Daarom neemt hij de aanwezigen in sneltreinvaart mee in hoe hij het vakgebied heeft zien ontwikkelen en de modellen die hij ontworpen heeft. Terminologie is belangrijk, benadrukt hij meerdere malen. Stadspromotie, citymarketing, citybranding en stadsontwikkeling zijn niet hetzelfde. Maar verhouden zich wel tot elkaar en zo moet je ze ook bekijken, duidt een van de modellen die hij behandelt. Hij benadrukt het belang om meer gebruik te maken van data. “Vaak wordt gevraagd om te zorgen voor een positiever imago van de stad of regio zonder dat we eigenlijk weten wat het imago nu is. En wat is positief, voor wie? Stel deze vragen en help zo je opdrachtgever.” En bekijk kritisch wat er verwacht wordt door de opdrachtgever en of je dat kunt beïnvloeden. “Je kunt geen kwaliteitstoerisme aantrekken als er tegelijkertijd low-budget hotels gebouwd worden”, onderstreept Boisen.

 

En die invloed is van belang, beaamt het panel bestaande uit Gerben Baaij (Dordrecht Marketing & Partners), Mark de Greeff (Den Bosch Partners) en Ariane Hofmeester (Utrecht Marketing) dat na afloop op het minicollege reflecteert. Formele invloed werkt niet altijd. “Regelmatig moet je jezelf naar binnen wurmen om informele invloed uit te oefenen en zorgen dat je aan tafel komt”, stelt Baaij. “Zorg daarbij dat je altijd goed voorbereid bent, ook wanneer het over sectoren gaat waar je geen expert op bent. Want alleen dan ben je een gesprekspartner.”

Er worden meerdere inzichten over het vakgebied besproken door het panel en Boisen. Zo is een sterk imago niet per definitie iets om blij mee te zijn. Denk maar aan de Spaanse Costa’s. Malaga heeft het imago van een toeristische badplaats. En al excelleert deze plek op veel andere vlakken, daar krijg je niets tussen. En citymarketing en -brandingorganisaties zouden meer aan hun eigen marketing moeten doen. Vaak wordt je afgerekend op de dingen die je doet om de aandacht te trekken, maar alle strategische inspanningen zijn niet zichtbaar. Ook benoemt Boisen dat er niet één merkhiërarchie is. Het ligt aan de context en het is belangrijk om in house capaciteit te hebben voor deze vraagstukken.

 

Desgevraagd deelt Baaij vlak voor het einde een nuchtere gouden tip. Eentje uit het boekje dat hij onlangs samen met Richard Stomp schreef en alle vakgenoten aanraadt gratis te downloden: “Wantrouw alle goeroe’s. Ook Martin Boisen en mijzelf. Want wat Martin en ik vertellen, is onze eigen ervaring. En hoewel het belangrijk is om respect te hebben voor deskundigheid, moet je je vooral afvragen wat onze inzichten voor jou betekenen”, besluit hij. Om zo de bezoekers van de bijeenkomst met denkwerk naar huis te sturen.